13 Mozes riep naar de Here: ‘O, God, genees haar toch! Ik smeek het U!’
14 De Here zei tegen Mozes: ‘Als haar vader haar in het gezicht had gespuugd, zou zij zich dan niet zeven dagen lang schamen en haar vader niet onder ogen komen? Sluit haar zeven dagen buiten het kamp, daarna kan zij weer terugkomen.’
15 Zo werd Mirjam zeven dagen uit het kamp verstoten en het volk wachtte op het einde van die periode voordat het verder trok.
16 Daarna verlieten zij Chaserot en sloegen hun kamp op in de Paran-woestijn.