33 en de bijbehorende spijs- en drankoffers offeren.
34 Offer bovendien een bok als zondoffer, samen met de gewone spijs- en drankoffers. Dit offer staat apart van de geregelde dagelijkse offers.
35 Op de achtste dag moet u het volk weer bijeen roepen voor een samenkomst, die dag mag u geen zwaar werk verrichten.
36 Breng een brandoffer—dat is een lieflijke reuk voor de Here—van een jonge stier, een ram en zeven eenjarige lammeren, alle zonder gebreken
37 en de gewone spijs- en drankoffers.
38 Offer ook een bok als zondoffer, samen met de bijbehorende spijs- en drankoffers. Dit offer staat apart van de dagelijkse offers.
39 Dit zijn verplichte offers die op uw jaarlijkse feesten voor de Here moeten worden gebracht. Zij staan apart van de offers en giften die u aanbiedt als inlossing van een belofte of uit vrije wil of van brandoffers, spijsoffers, drankoffers en vredeoffers.’