14 Hij bracht ook een gouden schaal, gevuld met reukwerk, die honderdtien gram woog.
15 Als brandoffer bracht hij een jonge stier, een ram en een eenjarig schaap,
16 als zondoffer een bok
17 en als vredeoffer twee runderen, vijf rammen, vijf bokken en vijf eenjarige schapen.
18-23 De volgende dag bracht Netanel, de zoon van Suar, het stamhoofd van Issachar, zijn geschenken en offers. Deze waren precies gelijk aan wat Nachson de dag tevoren had gebracht.
24-29 De derde dag kwam Eliab, de zoon van Chelon, stamhoofd van Zebulon, met zijn offers. Ook deze waren gelijk aan wat de twee voorgaande leiders hadden gebracht.
30-35 De vierde dag bracht Elisur, de zoon van Sedeür, stamhoofd van Ruben, zijn geschenken en offers. Ook hij schonk de Here hetzelfde als zijn voorgangers.