12 Daarna zullen de Levieten hun handen leggen op de koppen van de jonge stieren en deze aan de Here offeren: de ene als zondoffer en de andere als brandoffer, om verzoening te doen over de Levieten.
13 Vervolgens moeten de Levieten bij Aäron en zijn zonen worden gebracht, net zoals elk ander geschenk aan de Here bij de priesters wordt gebracht!
14 Op die manier zult u de Levieten afzonderen van de rest van het volk en zij zullen mijn eigendom zijn.
15 Nadat u hen hebt geheiligd en aan de Here hebt aangeboden, zullen zij de tabernakel in en uit gaan om hun werk te doen.
16 Zij zijn mijn absolute eigendom. Ik heb hen aanvaard in plaats van de eerstgeborenen van de Israëlieten,
17 want alle eerstgeborenen van het volk Israël zijn van Mij, zowel van mens als van dier. Ik heb hen voor Mijzelf bestemd in de nacht dat Ik de eerstgeborenen van de Egyptenaren doodde.
18 Ja, Ik heb de Levieten aangenomen in plaats van alle oudste zonen van Israël.