2 tot de dag dat Hij werd opgenomen, nadat Hij aan de apostelen, die Hij had uitgekozen, door de heilige Geest zijn bevelen had gegeven;
3 aan wie Hij Zich ook na zijn lijden met vele kentekenen levend heeft vertoond, veertig dagen lang hun verschijnende en tot hen sprekende over al wat het Koninkrijk Gods betreft.
4 En terwijl Hij met hen aanzat, gebood Hij hun Jeruzalem niet te verlaten, maar te blijven wachten op de belofte van de Vader, die gij (zeide Hij) van Mij gehoord hebt.
5 Want Johannes doopte met water, maar gij zult met de heilige Geest gedoopt worden, niet vele dagen na deze.
6 Zij dan, die daar bijeengekomen waren, vroegen Hem en zeiden: Here, herstelt Gij in deze tijd het koningschap voor Israël?
7 Hij zeide tot hen: Het is niet uw zaak de tijden of gelegenheden te weten, waarover de Vader de beschikking aan Zich gehouden heeft,
8 maar gij zult kracht ontvangen, wanneer de heilige Geest over u komt, en gij zult mijn getuigen zijn te Jeruzalem en in geheel Judea en Samaria en tot het uiterste der aarde.