1 Daarom dan, laten ook wij, nu wij zulk een grote wolk van getuigen rondom ons hebben, afleggen alle last en de zonde, die ons zo licht in de weg staat, en met volharding de wedloop lopen, die vóór ons ligt.
2 Laat ons oog daarbij (alleen) gericht zijn op Jezus, de leidsman en voleinder des geloofs, die, om de vreugde, welke vóór Hem lag, het kruis op Zich genomen heeft, de schande niet achtende, en gezeten is ter rechterzijde van de troon Gods.
3 Vestigt uw aandacht dan op Hem, die zulk een tegenspraak van de zondaren tegen Zich heeft verdragen, opdat gij niet door matheid van ziel verslapt.
4 Gij hebt nog niet ten bloede toe weerstand geboden in uw worsteling tegen de zonde,
5 en gij hebt de vermaning vergeten, die tot u als tot zonen spreekt:Mijn zoon, acht de tuchtiging des Heren niet gering,en verslap niet, als gij door Hem bestraft wordt,