29 En tot het bezit der Manassieten behoorden: Bet-Sean met zijn onderhorige plaatsen, Taänak met zijn onderhorige plaatsen, Megiddo met zijn onderhorige plaatsen en Dor met zijn onderhorige plaatsen. Hier woonden de zonen van Jozef, de zoon van Israël.
30 De zonen van Aser waren: Jimna, Jiswa, Jiswi en Beria; Serach was hun zuster.
31 De zonen van Beria: Cheber en Malkiël; dit is de vader van Bir-Zaït.
32 Cheber verwekte Jaflet, Somer en Chotam, en hun zuster Sua.
33 De zonen van Jaflet waren: Pasak, Bimhal en Aswat; dit waren de zonen van Jaflet.
34 De zonen van Semer: Achi, Roga, Jechubba en Aram.
35 De zonen van zijn broeder Helem: Sofach, Jimna, Seles en Amal.