1 Daarna geschiedde het, dat de Moabieten, de Ammonieten en met hen een deel van de Meünieten tegen Josafat ten strijde trokken.
2 Men kwam Josafat melden: Een grote menigte is tegen u opgetrokken van de overkant der zee, uit Aram; zie, zij zijn in Chaseson-Tamar – dat is Engedi –.
3 Toen werd Josafat bevreesd en besloot de Here te raadplegen; hij riep voor geheel Juda een vasten uit,
4 en Juda kwam bijeen om hulp te zoeken bij de Here; ja, men kwam uit al de steden van Juda om de Here te zoeken.
5 Josafat ging te midden van de gemeente van Juda en Jeruzalem staan, in het huis des Heren vóór de nieuwe voorhof,