6 Jotam betoonde zich een krachtig man, want hij was standvastig in zijn wandel voor het aangezicht van de Here, zijn God.
7 Het overige van de geschiedenis van Jotam, al zijn oorlogen en handelingen, zie, zij zijn beschreven in het boek der koningen van Israël en van Juda.
8 Vijfentwintig jaar was hij oud, toen hij koning werd, en hij regeerde zestien jaar te Jeruzalem.
9 Jotam ging bij zijn vaderen te ruste en men begroef hem in de stad Davids; zijn zoon Achaz werd koning in zijn plaats.