3 overlegde hij met zijn oversten en zijn helden om de waterbronnen buiten de stad dicht te stoppen, en zij zegden hem hun hulp toe.
4 Er kwam veel volk samen, dat al de bronnen en de beek die midden door dat land stroomde, dichtstopte, en zeide: Waarom zouden de koningen van Assur bij hun komst zoveel water vinden?
5 Met man en macht herstelde hij de gehele afgebroken muur, bouwde daarop torens en daarbuiten een andere muur. Voorts versterkte hij de Millo van de stad Davids en maakte werpspiesen en schilden in menigte.
6 Ook stelde hij krijgsoversten over het volk; hij verzamelde hen bij zich op het plein van de stadspoort en sprak hen bemoedigend toe:
7 Weest sterk en moedig, vreest niet en wordt niet verschrikt voor de koning van Assur en de gehele menigte die met hem is, want met ons is meer dan met hem.
8 Met hem is een vleselijke arm, maar met ons is de Here, onze God, die ons helpt en onze oorlogen voert. En het volk steunde op de woorden van Jechizkia, de koning van Juda.
9 Hierna zond Sanherib, de koning van Assur, die zelf met zijn gehele macht voor Lakis lag, zijn dienaren naar Jeruzalem, tot Jechizkia, de koning van Juda, en tot alle Judeeërs die zich in Jeruzalem bevonden, met de boodschap: