14 Toen zij het geld dat in het huis des Heren gebracht was, te voorschijn haalden, vond de priester Chilkia het boek van de wet des Heren, gegeven door Mozes.
15 En Chilkia nam het woord en zeide tot de schrijver Safan: Ik heb het wetboek gevonden in het huis des Heren. Daarop gaf Chilkia het boek aan Safan,
16 en Safan bracht het boek naar de koning. Bovendien bracht hij de koning verslag uit en zeide: Al wat aan uw dienaren is opgedragen, dat doen zij:
17 zij hebben het geld dat zich in het huis des Heren bevond, uitgestort, en hebben het zowel hun die met het opzicht belast zijn, als hun die het werk verrichten, ter hand gesteld.
18 Ook deelde de schrijver Safan de koning mede: De priester Chilkia heeft mij een boek gegeven. En Safan las de koning daaruit voor.
19 Zodra de koning de woorden der wet hoorde, scheurde hij zijn klederen.
20 Toen gebood de koning aan Chilkia, Achikam, de zoon van Safan, Abdon, de zoon van Mika, de schrijver Safan en Asaja, de dienaar des konings: