21 Toen zond hij boden tot hem, die zeiden: Wat heb ik met u te maken, koning van Juda? Het gaat thans niet tegen u, maar tegen het huis waarmede ik in oorlog ben, en God heeft gezegd, dat ik mij haasten moest. Staak uw verzet tegen God, die met mij is, opdat Hij u niet verdelge.