15 Zij weken niet af van het gebod des konings betreffende de priesters en de Levieten, in geen enkel opzicht, ook niet inzake de schatten.
16 Al het werk van Salomo kwam tot stand, van de dag der grondlegging van het huis des Heren af tot aan zijn voltooiing. Het huis des Heren was gereed.
17 Toen ging Salomo naar Esjon-Geber en naar Elot aan de zeekust, in het land Edom.
18 Churam zond hem door zijn knechten schepen en kundige zeelieden; zij kwamen met de knechten van Salomo naar Ofir en haalden vandaar vierhonderd vijftig talenten goud, die zij bij koning Salomo brachten.