Deuteronomium 2:8 NBG51

8 Daarom trokken wij verder, weg van onze broeders, de zonen van Esau, die in Seïr wonen, weg van de vlakte, van Elat en Esjon-Geber. Daarna wendden wij ons en gingen in de richting van de woestijn van Moab.

Lees verder hoofdstuk Deuteronomium 2

Uitzicht Deuteronomium 2:8 in verband