Deuteronomium 21:17 NBG51

17 Maar de eerstgeborene, de zoon van de niet-beminde, moet hij erkennen door hem een dubbel deel te geven van alles wat het zijne zal blijken te zijn, want deze is de eersteling van zijn kracht: hem behoort het eerstgeboorterecht.

Lees verder hoofdstuk Deuteronomium 21

Uitzicht Deuteronomium 21:17 in verband