18 Laat er daarom onder u geen man of vrouw, geen geslacht of stam zijn, wier hart zich nu van de Here, onze God, afwendt om de goden dezer volken te gaan dienen; laat er onder u geen wortel zijn, die gif of alsem voortbrengt.
Lees verder hoofdstuk Deuteronomium 29
Uitzicht Deuteronomium 29:18 in verband