Deuteronomium 29:19 NBG51

19 Maar als iemand bij het horen van deze vervloekingen meent, dat hij gezegend zal blijven en zegt: Ik zal vrede hebben, wanneer ik in de verstoktheid van mijn hart wandel – waardoor hij verdelging brengt zowel over het bevloeide als over het dorre (land) –

Lees verder hoofdstuk Deuteronomium 29

Uitzicht Deuteronomium 29:19 in verband