1 De Godsspraak over Egypte.Zie, de Here rijdt op een snelle wolk en komt naar Egypte; dan beven de afgoden van Egypte voor Hem en het hart van Egypte versmelt in zijn binnenste.
2 Dan zal Ik Egyptenaren tegen Egyptenaren ophitsen, zodat ieder van hen strijdt tegen zijn broeder en ieder tegen zijn naaste, stad tegen stad, koninkrijk tegen koninkrijk;
3 en Egypte zal zijn bezinning verliezen en Ik zal zijn voornemen verijdelen. Dan zal men de afgoden vragen, de bezweerders, de geesten van doden en de waarzeggende geesten.
4 En Ik zal Egypte overgeven in de macht van een hardvochtig heer, en een gestreng koning zal daarover heersen, luidt het woord van de Here, de Here der heerscharen.
5 Dan zal het water uit de zee verdrogen en de rivier zal drooglopen en opdrogen,