3 en Egypte zal zijn bezinning verliezen en Ik zal zijn voornemen verijdelen. Dan zal men de afgoden vragen, de bezweerders, de geesten van doden en de waarzeggende geesten.
4 En Ik zal Egypte overgeven in de macht van een hardvochtig heer, en een gestreng koning zal daarover heersen, luidt het woord van de Here, de Here der heerscharen.
5 Dan zal het water uit de zee verdrogen en de rivier zal drooglopen en opdrogen,
6 zodat de rivieren stinken, de Nijlarmen van Egypte leeglopen en droog worden, riet en biezen verwelken.
7 De vlakte langs de oevers van de Nijl, en alles wat bij de Nijl gezaaid is, verdroogt, verwaait en is niet meer.
8 De vissers zullen zuchten en treuren, allen die de angel in de Nijl uitwerpen; zij die het net over het water uitspannen, zullen verkwijnen.
9 De vlasbewerkers zullen beschaamd staan, evenals de linnenwevers;