9 En men zal te dien dage zeggen: Zie, deze is onze God, van wie wij hoopten, dat Hij ons zou verlossen; dit is de Here, op wie wij hoopten; laten wij juichen en ons verblijden over de verlossing die Hij geeft.
10 Want de hand des Heren zal op deze berg rusten, maar Moab zal op zijn plaats neergestampt worden, zoals stro neergestampt wordt in het water van een mestkuil.
11 Spreidt het zijn handen daarin uit, zoals een zwemmer ze uitspreidt om te zwemmen, dan zal Hij zijn hoogmoed vernederen ondanks zijn listige handgrepen.
12 Ja, de ontoegankelijke versterking uwer muren zal Hij neerwerpen, vernederen, op de grond doen neerstorten tot in het stof.