1 Wee de trotse kroon van Efraïms beschonkenen, de afvallende bloem: het prachtig hoofdsieraad van het vruchtbare dal van wie door de wijn zijn overmand.
2 Zie, de Here heeft een die sterk is en krachtig; die als een hagelslag, een verwoestende storm, als een stortbui van geweldige, overstromende wateren met kracht tegen de grond werpt:
3 met voeten vertreden wordt de trotse kroon van Efraïms beschonkenen.
4 En met de afvallende bloem, het prachtig hoofdsieraad op het hoofd van het vruchtbare dal, daarmee zal het gaan als met een vroege vijg vóór de oogst, die iemand ziet en zo uit de hand opslokt.