20 Want het bed zal te kort zijn om zich daarop uit te strekken en de deken te smal om zich daarin te wikkelen.
21 Want de Here zal opstaan, zoals op de berg Perasim; Hij zal in beweging komen, zoals in het dal bij Gibeon, om zijn werk te doen – vreemd zal zijn werk zijn; en om zijn daad te verrichten – ongewoon zal zijn daad zijn.
22 Nu dan, spot niet, opdat uw banden niet nog vaster worden; want van een verdelging – en zij is vast besloten – heb ik gehoord van de Here, de Here der heerscharen, over het gehele land.
23 Neemt ter ore en hoort mijn stem, merkt op en hoort mijn woord!
24 Is het altijd door, dat de ploeger ploegt om te zaaien, zijn land openscheurt en egt?
25 Immers, als hij de oppervlakte gelijk gemaakt heeft, dan strooit hij dille en werpt komijn uit, en tarwe zaait hij op rijen, gerst in vakken en spelt langs de rand.
26 En zijn God onderricht hem over de juiste wijze en onderwijst hem.