5 Maar de menigte uwer vijanden zal worden als fijn stof en de menigte der geweldenaars als wegstuivend kaf; onverwachts, plotseling zal het geschieden.
6 Gij zult door de Here der heerscharen bezocht worden met donder, aardbeving en geweldig gedreun, wind, storm en verterende vuurvlam.
7 En als een droom, een nachtgezicht, zal de menigte van al de volken worden, die ten strijde trokken tegen de Vuurhaard, ja, allen die hem en zijn verschansingen bestreden, en die hem in het nauw brachten.
8 En het zal zijn, zoals wanneer een hongerige droomt, dat hij eet, maar als hij ontwaakt, is hij nog onverzadigd; en zoals wanneer een dorstige droomt, dat hij drinkt, maar als hij ontwaakt, is hij nog uitgeput en dorstig; zo zal het zijn met de menigte van alle volken, die tegen de berg Sion ten strijde trekken.
9 Verbaast u en weest verbaasd, verblindt u en weest blind, – zij zijn dronken, maar niet van wijn; zij waggelen, maar niet van bedwelmende drank –.
10 Want de Here heeft een geest van diepe slaap over u uitgestort en Hij heeft uw ogen, de profeten, toegesloten en uw hoofden, de zieners, omhuld.
11 Zo werd het gezicht van dit alles voor u als de woorden van een verzegeld boek, dat men aan iemand geeft, die lezen kan, terwijl men zegt: Lees dit eens; maar hij antwoordt: Ik kan niet, want het is verzegeld.