1 Voorwaar, zie, de Here, de Here der heerscharen, neemt steun en stut uit Jeruzalem en Juda weg: elke steun van brood en elke steun van water;
2 held en krijgsman, rechter en profeet, waarzegger en oudste,
3 hoofdman over vijftig en aanzienlijke, raadsheer en kundig handwerksman en schrander bezweerder.
4 En knapen zal Ik hun tot vorsten geven en de moedwil zal over hen heersen.