9 Denkt aan hetgeen vroeger, vanouds, gebeurde; Ik immers ben God, en er is geen ander, God, en niemand is Mij gelijk;
10 Ik, die van den beginne de afloop verkondig en vanouds wat nog niet geschied is; die zeg: Mijn raadsbesluit zal volbracht worden en Ik zal al mijn welbehagen doen;
11 die uit het oosten een roofvogel roep, uit een ver land de man van mijn raadsbesluit; Ik heb gesproken, Ik doe het ook komen; Ik heb het ontworpen, Ik breng het ook tot uitvoering.
12 Hoort naar Mij, gij trotsen van hart, die ver van gerechtigheid zijt.
13 Ik breng mijn gerechtigheid nabij, zij is niet ver, en mijn heil zal niet vertoeven; Ik geef in Sion heil, aan Israël mijn luister.