9 maar zij die het oogsten, zullen het eten en de Here loven, en zij die hem inzamelen, zullen hem drinken in de voorhoven van mijn heiligdom.
10 Trekt, trekt door de poorten, bereidt de weg voor het volk, baant, baant de weg, zuivert hem van stenen, heft een banier omhoog boven de volken.
11 Want de Here doet het horen tot het einde der aarde: Zegt tot de dochter Sions: zie, uw heil komt; zie, zijn loon is bij Hem en zijn vergelding gaat voor Hem uit. En men zal hen noemen:
12 Het heilige Volk, De Verlosten des Heren; en gij zult genoemd worden: Begeerde, Niet verlaten Stad.