21 Zij zullen huizen bouwen en die bewonen, wijngaarden planten en de vrucht daarvan eten;
22 zij zullen niet bouwen, opdat een ander er wone; zij zullen niet planten, opdat een ander het ete, want als de levensduur der bomen zal de leeftijd van mijn volk zijn en van het werk hunner handen zullen mijn uitverkorenen genieten.
23 Zij zullen niet tevergeefs zwoegen en geen kinderen voortbrengen tot een vroegtijdige dood, want zij zullen een door de Here gezegend geslacht zijn, en hun nakomelingen met hen.
24 En het zal geschieden, dat Ik antwoorden zal, voordat zij roepen; terwijl zij nog spreken, zal Ik verhoren.
25 De wolf en het lam zullen tezamen weiden en de leeuw zal stro eten als het rund, en de slang zal stof tot spijze hebben; zij zullen geen kwaad doen noch verderf stichten op gans mijn heilige berg, zegt de Here.