17 Raadsheren zendt Hij barrevoets heen,en rechters maakt Hij tot dwazen.
18 Boeien, door koningen aangelegd, slaakt Hijen Hij bindt een band om hun lendenen.
19 Priesters zendt Hij barrevoets heenen wie vast staan, stort Hij neer.
20 Hij beneemt de spraak aan hen op wie men vertrouwen stelt,en neemt het onderscheidingsvermogen der ouden weg.
21 Hij giet smaad uit over edelenen maakt de gordel van machtigen los.
22 Hij legt de diepten uit de donkerheid blooten brengt de diepe duisternis aan het licht.
23 Hij maakt de volkeren groot en richt hen te gronde,breidt volkeren uit en voert hen weg.