18 datgene wat de wijzen op gezag van hun vaderen verkondigen,zonder iets te verhelen,
19 toen alleen aan hen het land was gegeven,en geen vreemdeling bij hen was binnengedrongen.
20 De goddeloze verkeert zijn gehele leven in angst,de geweldenaar alle hem geschonken jaren.
21 Schrikwekkende geluiden klinken in zijn oren,in volle vrede overvalt hem de verwoester.
22 Hij heeft geen vertrouwen, dat hij uit de duisternis zal terugkeren:hij is bestemd voor het zwaard.
23 Hij dwaalt rond om brood – waar is het?Hij weet, dat de dag der duisternis voor hem ophanden is.
24 Hem beangstigen nood en benauwdheid,zij overweldigen hem als een koning, gereed tot de stormloop.