6 Erkent toch, dat God mij onrecht gedaan heeften zijn net over mij heeft heengeworpen.
7 Zie, ik schreeuw: Geweld! Maar ik krijg geen antwoord.Ik roep om hulp, maar er is geen recht.
8 Mijn weg heeft Hij toegemuurd, zodat ik niet verder kan,en op mijn paden spreidt Hij duisternis.
9 Mijn eer heeft Hij mij ontroofd,de kroon van mijn hoofd weggenomen.
10 Hij heeft mij aan alle kanten afgebroken, zodat ik verga,en mijn hoop als een boom uitgerukt.
11 Hij heeft zijn toorn tegen mij doen ontbrandenen mij als zijn vijand beschouwd.
12 Als één man komen zijn benden aan,zij banen zich een weg tegen mijen legeren zich rondom mijn tent.