2 Kan een mens Gode een dienst bewijzen?Neen, de verstandige bewijst zichzelf een dienst.
3 Geeft het de Almachtige voordeel, dat gij rechtvaardig zijt,of gewin, wanneer gij uw weg zuiver houdt?
4 Zou Hij u soms om uw godsvrucht bestraffenen met u in het gericht treden?
5 Is niet uw boosheid groot,en zijn uw ongerechtigheden niet eindeloos?
6 Immers, zonder oorzaak naamt gij pand van uw broeders,en berooiden trokt gij de klederen uit;
7 de amechtige gaaft gij geen water te drinken,de hongerige onthieldt gij brood;
8 maar de man met krachtige arm, die behoorde het land,en de aanzienlijke, die woonde er,