1 Maar Job antwoordde:
2 Nu wordt mijn klacht toch tot opstandigheid,hoewel mijn hand mijn zuchten nog bedwingt.
3 O, dat ik Hem wist te vinden,dat ik tot zijn woning mocht komen!
4 Dan zou ik Hem mijn rechtszaak uiteenzettenen mijn mond met bewijzen vullen.