5 Zie, als wilde ezels in de woestijn gaan zij uit tot hun werk,zoekend naar voedsel;de steppe moet hun het brood voor de kinderen verschaffen.
6 In het veld halen zij zich voederen de wijngaard van de goddeloze lezen zij af.
7 Naakt overnachten zij, bij gebrek aan kleding,zij hebben geen dekking tegen de koude;
8 van de stortregen der bergen worden zij doornat,en bij gebrek aan een schuilplaatsdrukken zij zich vast tegen de rots.
9 Er zijn er, die de wees van de moederborst rovenen tegen de ellendige gewelddadig handelen.
10 Naakt lopen dezen rond, bij gebrek aan kleding,en zelf hongerend, dragen zij schoven;
11 tussen twee terrassen persen zij olieen treden de perskuipen, terwijl zij versmachten van dorst.