3 Is het niet ondergang voor de verkeerdeen ongeluk voor de bedrijvers van ongerechtigheid?
4 Slaat Hij niet mijn wegen gadeen telt Hij niet al mijn schreden?
5 Indien ik ooit met leugens heb omgegaan,of mijn voet zich heeft gerept tot bedrog,
6 Hij wege mij op een zuivere weegschaal,dan zal God mijn onschuld erkennen.
7 Indien mijn tred van de weg is afgeweken,mijn hart mijn ogen heeft gevolgd,en een smet aan mijn handen kleeft,
8 dan moge ik zaaien en een ander het eten,en wat voor mij is ontsproten, moge worden ontworteld!
9 Indien mijn hart zich heeft laten lokken tot een vrouw,en ik geloerd heb aan de deur van mijn naaste,