9 Niet de bejaarden hebben de wijsheid,en niet de ouden verstaan wat recht is.
10 Daarom zeg ik: Luister naar mij,ook ik zal mededelen, wat ik weet.
11 Zie, ik heb gewacht op uw woorden,opmerkzaam geluisterd naar uw inzichten,totdat gij het gesprokene zoudt hebben doorgrond.
12 Ik heb u mijn aandacht gewijd,maar zie, niemand weerlegde Job,niemand uwer beantwoordde zijn redeneringen.
13 Zegt nu niet: Wij hebben wijsheid aangetroffen;slechts God, geen mens kan hem uit het veld slaan.
14 Tegen mij heeft hij immers geen woord ingebracht,en met uw redeneringen zal ik hem niet antwoorden.
15 Zij staan verslagen, zij antwoorden niet meer;de woorden laten hen in de steek;