34 Verstandige lieden zullen tot mij zeggen,en een wijs man, die mij aanhoort:
35 Job spreekt zonder verstand,en zijn woorden zijn zonder inzicht.
36 Och, mocht Job tot het uiterste beproefd wordenwegens zijn antwoorden op de wijze van boosdoeners!
37 Want bij zijn zonde voegt hij een overtreding,door in ons bijzijn de handen in elkaar te slaanen een groot woord te voeren tegen God.