1 En Elihu ging voort en zeide:
2 Wacht nog een weinig op mij, dan zal ik u onderrichten,want er is nog genoeg over God te zeggen.
3 Ik zal mijn kennis ver ophalenen mijn Maker rechtvaardigen;
4 want waarlijk, mijn woorden zijn niet ijdel,een man met juist inzicht staat vóór u.
5 Zie, God is geweldig, maar acht niets gering,geweldig is Hij in kracht van verstand.
6 Hij laat de goddeloze niet in leven,maar verschaft recht aan de ellendigen;
7 Hij trekt van de rechtvaardige zijn ogen niet af,maar zet hen voor immer bij koningen op de troon,zodat zij hoog verheven zijn.