25 Alle mensen aanschouwen het,de sterveling ziet het van verre.
26 Zie, God is groot, en wij begrijpen Hem niet,het getal zijner jaren is onnaspeurlijk.
27 Want Hij trekt de waterdruppels omhoog;welke de nevel verdichten tot regen,
28 die de wolken doen nederstromenen doen druppelen op vele mensen.
29 En ook: wie begrijpt de uitbreiding der wolken,het dreunen uit zijn hut?
30 Zie, Hij spreidt zijn licht erover uiten bedekt de diepten der zee.
31 Want daarmee richt Hij de volken,geeft Hij spijze in overvloed.