15 Begrijpt gij, hoe God hun opdracht geeft,en hoe Hij het licht zijner wolken doet schijnen?
16 Begrijpt gij iets van het zweven der wolken,de wonderwerken van de Volmaakte in kennis,
17 gij, wiens klederen heet worden,als de aarde stil is vanwege de zuiderhitte?
18 Kunt gij zoals Hij de wolken maken tot een uitspansel,vast als een gegoten spiegel?
19 Maak ons bekend, wat wij tot Hem zullen zeggen;niets toch kunnen wij aanvoeren vanwege de duisternis.
20 Zou het Hem verteld worden, wanneer ik ging spreken?Heeft iemand ooit gezegd, dat hij verdelgd wil worden?
21 Nu eens ziet men geen licht,verduisterd als het is door de wolken,dan weer jaagt de wind voorbij en maakt het helder.