16 Zijt gij doorgedrongen tot de bronnen der zee,en hebt gij door de geheimenissen van de waterdiepte gewandeld?
17 Zijn de poorten des doods voor u onthuld,en hebt gij de poorten der diepe duisternis aanschouwd?
18 Reikt uw begrip zover als de breedte der aarde?Vertel het, indien gij dit alles weet!
19 Waar is de weg naar de woning van het licht,en de duisternis, waar is haar verblijf,
20 zodat gij haar brengen kunt naar haar gebied,en de paden naar haar huis kent?
21 Gij zult dat wel weten, want toen werdt gij geborenen het getal uwer dagen is groot!
22 Zijt gij doorgedrongen tot de schatkamers van de sneeuw?En hebt gij de schatkamers van de hagel gezien,