1 Toen nam de Suchiet Bildad het woord en zeide:
2 Hoelang zult gij op deze wijze sprekenen zullen de woorden van uw mond een hevige wind zijn?
3 Zou God het recht buigen,of zou de Almachtige de gerechtigheid buigen?
4 Indien uw kinderen tegen Hem gezondigd hebben,dan heeft Hij hen aan hun overtreding prijsgegeven.
5 Maar indien gij God zoekt,en de Almachtige om genade smeekt,
6 indien gij rein en oprecht zijt,dan zal Hij gewis over u opwakenen uw rechtmatige woning herstellen.
7 Dan zal uw vorige staat gering schijnen,maar uw toekomstige staat zeer groot worden.