1 En de Here zeide tot Mozes: Spreek tot de priesters, de zonen van Aäron, en zeg tot hen, dat geen hunner zich aan een dode zal verontreinigen onder zijn volksgenoten,
2 behalve aan zijn naaste bloedverwant: zijn moeder, zijn vader, zijn zoon, zijn dochter, zijn broeder,
3 zijn zuster, die nog ongetrouwd en hem na verwant is, die nog geen man toebehoorde, – aan die mag hij zich verontreinigen.
4 Als echtgenoot zal hij zich onder zijn volksgenoten niet verontreinigen en zich daardoor ontheiligen.