25 Generlei slaafse arbeid zult gij verrichten en gij zult de Here een vuuroffer brengen.
26 En de Here sprak tot Mozes:
27 Maar op de tiende van die zevende maand is de Verzoendag; een heilige samenkomst zult gij hebben en gij zult u verootmoedigen en de Here een vuuroffer brengen.
28 Op die dag zult gij generlei arbeid verrichten, want het is de Verzoendag, om over u verzoening te doen voor het aangezicht van de Here, uw God.
29 Want ieder die zich op die dag niet zal verootmoedigen, zal uitgeroeid worden uit zijn volksgenoten.
30 Ieder die enige arbeid verricht op die dag, zal Ik verdelgen uit het midden van zijn volk.
31 Generlei arbeid zult gij verrichten: het is een altoosdurende inzetting voor uw geslachten, in al uw woonplaatsen.