30 Ieder die enige arbeid verricht op die dag, zal Ik verdelgen uit het midden van zijn volk.
31 Generlei arbeid zult gij verrichten: het is een altoosdurende inzetting voor uw geslachten, in al uw woonplaatsen.
32 Het zal u een volkomen sabbat zijn en gij zult u verootmoedigen. Op de negende van de maand, des avonds, van avond tot avond, zult gij uw sabbat vieren.
33 En de Here sprak tot Mozes:
34 Spreek tot de Israëlieten: Op de vijftiende dag van deze zevende maand begint het Loofhuttenfeest voor de Here, zeven dagen lang.
35 Op de eerste dag zal er een heilige samenkomst zijn; generlei slaafse arbeid zult gij verrichten.
36 Zeven dagen zult gij de Here een vuuroffer brengen; op de achtste dag zult gij een heilige samenkomst hebben en de Here een vuuroffer brengen; het is een feest, generlei slaafse arbeid zult gij verrichten.