19 En wanneer iemand zijn volksgenoot lichamelijk letsel toebrengt, dan zal hem evenzo gedaan worden als hij gedaan heeft:
20 breuk voor breuk, oog voor oog, tand voor tand; hetzelfde letsel, dat hij een mens heeft toegebracht, zal hem toegebracht worden.
21 En wie een beest doodslaat, zal het vergoeden, maar wie een mens doodslaat, zal ter dood gebracht worden.
22 Enerlei recht zult gij hebben; de vreemdeling zij gelijk de geboren Israëliet, want Ik ben de Here, uw God.
23 Zo sprak Mozes tot de Israëlieten; toen brachten zij de vloeker buiten de legerplaats en stenigden hem, en de Israëlieten deden gelijk de Here Mozes bevolen had.