35 de zonen van Charim: driehonderd twintig;
36 de zonen van Jericho: driehonderd vijfenveertig;
37 de zonen van Lod, Chadid en Ono: zevenhonderd eenentwintig;
38 de zonen van Senaä: drieduizend negenhonderd dertig.
39 De priesters:de zonen van Jedaja, en wel het huis van Jesua: negenhonderd drieënzeventig;
40 de zonen van Immer: duizend tweeënvijftig;
41 de zonen van Paschur: duizend tweehonderd zevenenveertig;