2 Maak u twee zilveren trompetten; van gedreven werk zult gij deze maken, om u te dienen tot het samenroepen van de vergadering en tot het opbreken van de legerplaatsen.
3 Geeft men op beide een stoot, dan zal de gehele vergadering zich tot u verzamelen bij de ingang van de tent der samenkomst.
4 Geeft men op één een stoot, dan zullen de vorsten, de stamhoofden Israëls, zich tot u verzamelen.
5 Blaast gij één signaal, dan zullen de legerafdelingen die aan de oostzijde gelegerd zijn, opbreken;
6 blaast gij een tweede signaal, dan zullen de legerafdelingen die aan de zuidzijde gelegerd zijn, opbreken. Men zal een signaal blazen, als zij moeten opbreken;
7 bij het samenroepen van de gemeente zult gij alleen een stoot geven, maar geen signaal blazen.
8 De zonen van Aäron, de priesters, zullen op de trompetten blazen; dit zal u tot een altoosdurende inzetting zijn voor uw nageslacht.