12 van de stam Dan Ammiël, de zoon van Gemalli;
13 van de stam Aser Setur, de zoon van Michaël;
14 van de stam Naftali Nachbi, de zoon van Wofsi;
15 van de stam Gad Geüel, de zoon van Maki.
16 Dit zijn de namen der mannen, die Mozes uitzond om het land te verspieden; en Mozes noemde Hosea, de zoon van Nun, Jozua.
17 Mozes dan zond hen uit om het land Kanaän te verspieden en zeide tot hen: Trekt hier het Zuiderland in en trekt op naar het bergland,
18 en ziet, hoe het land is, en of het volk dat erin woont, sterk is of zwak, klein of talrijk;