8 Wanneer gij een rund zult bereiden als brandoffer of als slachtoffer, hetzij om een gelofte in te lossen, of als vredeoffer voor de Here,
9 dan zal men bij het rund als spijsoffer drie tienden efa fijn meel aanbieden, aangemaakt met een halve hin olie.
10 En wijn zult gij brengen tot een plengoffer, een halve hin, als een vuuroffer tot een liefelijke reuk voor de Here.
11 Aldus zal gedaan worden voor elk rund of voor elke ram of voor een stuk kleinvee, schaap of geit.
12 Zoveel gij er zult bereiden, voor elk daarvan zult gij aldus doen, naar hun aantal.
13 Iedere geboren Israëliet zal aldus handelen, wanneer hij een vuuroffer aanbiedt tot een liefelijke reuk voor de Here.
14 En wanneer een vreemdeling bij u vertoeft, of iemand, die van geslacht op geslacht onder u is, en hij brengt een vuuroffer tot een liefelijke reuk voor de Here, dan zal hij handelen zoals gij;