22 nochtans zal Kaïn tot verwoesting zijn;hoe lang nog of Assur voert u gevankelijk weg.
23 Hij hief ook zijn spreuk aan en zeide:Wee! wie zal leven, als God dat tot stand zal brengen?
24 Maar schepen van de kust der Kittiërs!Die zullen Assur onderdrukken en Eber onderdrukken, maar ook hij zal ten onder gaan.
25 Toen maakte Bileam zich op en keerde naar zijn woonplaats terug, en ook Balak ging zijns weegs.